Schuldige schappen –
Het nummer van vandaag is ‘Depressief in de supermarkt‘ van Willie Darktrousers. Het gaat over de mens als fatale sluitsteensoort van het ecosysteem, over oordelen en vooroordelen. Over je schamen en schuldig voelen omdat je consumeert, dus bent.
Ik hoorde het voor het eerst toen ik geheel toevallig weer eens in de supermarkt etiketten op E-nummers en ander gif stond te scannen. Het algoritme van Youtube schotelde me Willie voor, wat ik verdacht vond, maar ook grappig.
Ik moest breed grijnzen, niet alleen omdat het zo toepasselijk was, maar ook omdat ik de vooroordelen, veroordelingen en verwensingen uit het lied herkende. Ik had ze al zo vaak gehoord (in de monden van anderen, in mijn eigen hoofd) dat ze bijna als vaste uitdrukkingen en spreekwoorden klonken.
Ik vond het lied ook iets aandoenlijks hebben, vooral dat ‘ik was blijven steken bij de tropische vruchten / maar ik leef weer helemaal op bij de wijn.’ Daar hoor ik het menselijk tekort spreken. Daar glijdt de vagebond uit over een bananenschil en grijpt hij bij gebrek aan fantasie (of alternatieven) naar zijn veldfles.
Wat ik spannend vind aan de tekst, is dat hij niet verklapt of de vertellende ‘ik’ zichzelf met een korreltje zout neemt. Daardoor wordt het extra duidelijk hoe hard en zelfvoldaan zulke oordelen zijn, terwijl je je ook moeilijk niet kunt identificeren met de gedachten die hij uitspreekt, het gevoel dat hij onder woorden brengt.
Die gedachten van: al die vrachtwagens, schepen en vliegtuigen gevuld met eendere producten die gelijktijdig van oost naar west en van west naar oost vertrekken en elkaar kruisen zonder het van elkaar te weten, al die producten die alleen om goedkoop bewerkt de worden de wereldzeeën worden overgevaren, al dat rondzwervende plastic dat via onze oceanen in ons drinkwater belandt en uiteindelijk alles doodt dat op zijn pad komt, al die loonslaven en dieren en hun ellendige levens, al die luxe, die overdaad, allemaal voor ons, voor onze gemakzucht, onze vraatzucht, onze meerdere eer en glorie. Hoezo?
Dat gevoel van zinloosheid, machteloosheid en reddeloosheid. Een angstig gevoel, een verdrietig gevoel dat zoekt naar een oorzaak en zich verliest in een wijzende vinger op de ander. Jij veel te stoere boy, jij fucking aaseter. Jij domme ouwe tak.
In mijn nieuwe bundel (vanaf januari te koop mij je lokale boekhandel) komt de supermarkt met al z’n onfrisse, oneerlijke producten ook voor. Bewust kinderloze tweeverdieners lopen er met hangende schouders rond tussen alleen maar schuldige schappen, zichzelf afranselend om hun verkeerde keuzes, hun falen als rentmeesters van een planeet die hard bezig is ze van zich af te schudden, zoals een dier vervelende insecten van zich afschudt.
En het dan tóch in je mandje leggen.
Het is grappig, het is treurig. Vooral treurig, dat wel. Maar waar wat te janken valt, valt wat te lachen. Slapstick. Hi Ho.