Like a perforated boat –
Op de facebookpagina van Stichting Vluchteling door de replieken scrollen is als gelijktijdig in het hart en de reet van de wereld kijken. Steunbetuigingen, oproepen tot vreedzaam protest en dapper dweilen met de kraan open, maar ook zoveel angst, woede en onversneden haat. ’Het vuur in Moria is door de kampbewoners aangestoken’, ‘Als ze geld hebben om die overtocht te betalen zijn ze blijkbaar zo arm nog niet’; ‘Zij krijgen alles, wij hebben niets’, ‘Ik wil ook wel gratis naar de camping’, etc.
Ik weet hoe boosheid en angst voelen. Dat je, als je je bedreigd voelt, niet meer helder kunt denken en zien. Ik weet ook dat je dan wild om je heen kunt gaan slaan. Met woorden, stokken, met alles wat je voor de vingers komt. Wat me shockeert (niet verbaast) is de blindheid voor de echte dreiging, namelijk die van het verlies van menselijkheid. Waarmee ik niet alleen doel op de de-humanisatie van de Ander, maar ook op wat je in jezelf afwijst en wat je jezelf ontzegt.
Wat je niet hebt, kun je niet geven; wat je niet geeft, zul je niet krijgen; wat je niet in jezelf verdraagt (je kwetsbaarheid, je afhankelijkheid, je hulpeloosheid), verdraag je niet in een ander.
Blijbaar zijn we te comfortabel, te effectief in slaap gesust om in beweging te komen, om burgerlijk ongehoorzaam te durven zijn. Blijkbaar is er heel wat voor nodig om Fort Europa te doen inzien dat deze vluchtelingenstroom de mensheid is die op de mensheid afloopt, en dat er als gevolg van grotendeels door Europese bemoeienis veroorzaakte politieke chaos, klimaatcrises en humanitaire rampen straks niet nog duizenden, niet nog honderdduizenden, maar nog miljoenen mensen onze kant op komen.
Tegen die tijd lachen we er bitter om dat we dachten het met opvangkampen aan te kunnen, dat muren of gesloten grenzen deze aanzwellende stroom mensen zouden tegenhouden, of dat op ze schieten een oplossing was. De hulpbehoevenden zijn in de meerderheid, dus of we nou zeven kleuren schijten of niet, of we er zin in hebben of niet, er zit niks anders op dan onze armen en voordeuren voor ze te openen.
Èn in landen als Sudan te gaan vragen wat mensen daar nodig hebben om zich zo veilig en vrij te voelen dat ze niet op een lekke boot hoeven te stappen.
Dit gedicht van Latinos, een Soedanese jongeman die zijn eigen dood op zee voorspelde en tóch op een bootje stapte, geeft de wanhoop van de bootvluchtelingen weer. Het sneed me door mijn ziel en sloeg me in mijn gezicht, ik hoop dat het datzelfde effect op meer mensen heeft:
Je zal sterven op zee.
Je hoofd gewiegd door de razende golven,
je lichaam wuivend in het water,
als een geperforeerde boot.
In de bloei van je leven zul je heengaan,
een haarlengte verwijderd van je dertigste verjaardag.
Vroeg vertrekken is op zich geen slecht idee,
maar dat is het wel als je alleen sterft,
als er geen vrouw is die je met open armen tot zich roept:
‘Laat me je aan mijn borst houden, ik heb genoeg ruimte.
Laat me het vuil van de ellende van je ziel wassen.’
فى مقتبل العمر
دون أن تبلغ الثلاثين بعد .
ليس سيئاً أن تغادر باكراً أبداً ،
السيء، أن تموت وحيداً
دون امرأة،
تقول لك : تعال إلىَّ، حضنى يتسع لكَ،
دعني اغسل روحكَ مِن درنِ البؤسِ .
Delen is lief.